Antitankgracht
De Antitankgracht is aangelegd in 1937-1939, vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Doel van deze gracht? Antwerpen beschermen tegen een mogelijke Duitse aanval met tanks.
Aanvankelijk begon men met de aanleg van een droge gracht. Aangezien deze snel vol met water liep, besloot men alsnog tot het aanleggen van een natte gracht. Deze werd minstens 6 meter breed en 3 meter diep, met een minimum waterstand van 2 meter. De taluds hebben een helling van 63.4°. Een onoverbrugbare helling voor pantservoertuigen van vóór de Tweede Wereldoorlog. Het hoogteverschil bedraagt meer dan 13 meter tussen het laagste punt (3 meter boven zeespiegel) in de polders van Berendrecht en het hoogste punt (16,5 meter boven zeespiegel) in Brasschaat en Sint-Job-in-’t-Goor (Brecht).
De Antitankgracht wordt grotendeels gevoed door het kanaal Dessel – Turnhout - Schoten. Door de hoogteverschillen in het gebied werd de gracht verdeeld in zestien panden, gescheiden door vijftien betonnen stuwsluizen. Bij dertien sluizen zijn ter bescherming sluisbunkers gebouwd. Ook op andere plekken zijn er bunkers gebouwd.
Een aantal beken en kunstmatige waterlopen zijn via duikers onder de Antitankgracht doorgeleid. Door deze duikers af te dammen, konden de gronden aan de oostzijde van de gracht gebruikt worden voor inundaties. De gracht heeft een zaagvormig tracé, bestaande uit rechte stukken met een stompe hoek. Op deze hoeken stond er afweergeschut.
Het tracé en profiel van de gracht zijn nog vrij gaaf. Alle metalen bruggen zijn echter vervangen door aarden dammen. Sommige delen van de Antitankgracht verdwenen na de Tweede Wereldoorlog door de havenuitbreiding en wegenaanleg. In Berendrecht is de gracht verdwenen door de aanleg van het Kanaaldok en het Delwaidedok. Ten zuiden van de kruising met het kanaal Dessel – Turnhout - Schoten (in Sint-Job-in-‘t-Goor, Brecht) is de gracht over enkele honderden meters gedempt. Tenslotte is ook een deel bij de monding aan het Albertkanaal gedempt. De Antitankgracht loopt dood op de E34 te Oelegem (Ranst).
Na 1960 was de overheid van plan om de Antitankgracht uit te bouwen tot een duwvaartkanaal. Maar in 1994 is dit plan begraven door de Antitankgracht te beschermen als landschap. Er zijn nog 48 bunkers en een aantal sluizen aanwezig.
Defensieve Dijk
In 1870 is de Defensieve Dijk aangelegd als waterkering van het inundatiegebied in de Melselepolder. Deze dijk is een aarden wal met een bakstenen brug en een betonnen afsluiting. De Defensieve Dijk is opgebouwd uit materiaal vrijgekomen bij het uitgraven van de gracht naast de dijk. Ten zuiden van de E34 bestaat de dijk uit schelprijke zandgrond bovenop kleiige poldergrond. Ten noorden bestaat de dijk voornamelijk uit klei. Langs het noordelijke deel ligt een begeleidende gracht. Halverwege de dijk ligt de schans Halve Maan, aan de westkant.
Door het opspuiten van het havengebied ligt het noordelijke deel van de dijk onder het nieuwe grondniveau. Het profiel van het zuidelijke deel is over de gehele lengte van de dijk gewijzigd. Reden? Tijdens de zware overstroming van 1953 is het bovenste deel van de kruin afgegraven om zandzakjes te vullen. Hierdoor is de kruin nu breder dan oorspronkelijk. Toch is de dijk nog relatief intact en goed waarneembaar in de omgeving.
De originele afsluiting van de brug is verdwenen. Van de brug zelf is het metselwerk in de bovenste zone van de muren beschadigd. Dekstenen ontbreken en bakstenen brokkelen af.
Fort 1 - Wijnegem
Dit fort werd gebouwd in 1860-1864, in baksteen met details in natuursteen.
Het is het enige fort dat volledig verdwenen is. Het werd in 1959 afgebroken voor het rechttrekken van de Turnhoutsebaan en de bouw van een winkelcentrum. Dat winkelcentrum is in de jaren 1990 uitgebouwd tot het Wijnegem Shopping Center. De naastgelegen open ruimte ‘Fortvlakte’ verwijst nog naar de plaats waar het fort gelegen was.
Fort 2 - Wommelgem
Dit fort werd gebouwd in 1860-1864, in baksteen met details in natuursteen. Op het hoofdfrontgebouw is een monogram van koning Leopold I. Het monogram is echter beschadigd, enkel de kroon blijft over. Aan de westkant is een klein gedeelte van de gracht gedempt en werd de rechter lage batterij met poterne gesloopt voor de aanleg van een sportterrein. In het noordwesten is de gracht nog intact. Delen van het fort werden in 1909-1911 versterkt met beton. En er werden twee pantserkoepels gebouwd. Uniek in de vesting Antwerpen is de zandstenen uitvoering van het bruggehoofd naar het reduit.
Van het hoofdfrontgebouw is alle aarddekking verwijderd; daardoor werd de wal grotendeels afgevlakt. Fort 2 is het enige Brialmontfort waar op het nog aanwezige glacis ter hoogte van het hoofdfront een groot deel van het strategische bos bewaard is gebleven (nu twee bospercelen gescheiden door open ruimte). De bedekte weg loopt nog volledig rond het fort.
Het reduit is ingrijpend verbouwd. Het heeft door de aanleg van een binnentuin en door het gebruik door diverse organisaties een ander aanzien gekregen. Delen van het fort zijn veranderd en/of gesloopt om plaats te maken voor sportterreinen en parkeerterreinen. Ook het noordwestelijke deel van de gracht is daarvoor gedempt. De meest ingrijpende verbouwing aan het reduit was de overdekking van de gracht, uitgevoerd in 1906, oorspronkelijk voor de constructie van paardenstallen. Na WO II kwam hier een binnenzwembad en een feestzaal. Vandaag is er nog steeds een feestzaal, maar het zwembad maakte plaats voor een cafetaria en repetitielokalen voor een plaatselijke harmonie. De andere gebouwen zijn nog vrij origineel.
Bijzonder vermeldenswaardig is de kanonnengalerij met geschut uit de late 19de eeuw en uit de Eerste Wereldoorlog. In de linker halve caponnière bevindt zich de zogenaamde 'evokatie' van een kazematkanon met originele loop en nagebouwde affuit (het onderstel voor een vuurwapen). Het museum over WO II is ondertussen uitgebreid met een tentoonstelling over V-wapens.
Fort 3 - Borsbeek
Dit bakstenen fort werd gebouwd in 1860-1864, met meer decoraties in het metselwerk en in natuursteen dan de andere Brialmontforten. Rond 1907 is er een pantserkoepel geplaatst, die uitzonderlijk nog aanwezig is.
Het werd als eerste fort van de Grote Omwalling gebouwd en als enige naar het oorspronkelijke ontwerp. Dat ging er van uit de vijand van nabij onder vuur te nemen. Dit bleek al snel achterhaald en het ontwerp is bij de andere forten gewijzigd. Fort 3 wijkt daardoor af van de andere, later gebouwde Brialmontforten.
De wallen zijn voorzien van escarpgalerijen met schietgaten voor extra grachtverdediging, en er is een weergang onder de aangebrachte aarden wallen langs de buitenzijde van het hoofdfront. Ook het hoofdfrontgebouw en de toegangen tot de halve caponnières wijken af, en er zijn meer kazernegebouwen aanwezig. Ook het ontwerp van de toegang naar het reduit, geflankeerd door torentjes, is uniek.
Het fort is met de Vliegveldweg verbonden met de Frans Beirenslaan, de voormalige Krijgsbaan. Die verbindt alle forten van deze gordel van Wijnegem (verdwenen fort 1) tot Hoboken (fort 8). Ruim de helft van de fortgracht is gedempt. Een aantal originele gebouwen is wel bewaard, maar in slechte staat. Het reduit en de caponnière zijn gebombardeerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het buitenglacis is grotendeels aanwezig.
Verschillende onderdelen van het fort zijn na de Tweede Wereldoorlog gesloopt.
Op het forteiland zijn een groot aantal (golfplaten) loodsen gebouwd. In 2003 werden het hoofdfront met caponnière, de halve zijcaponnières, de gracht voor het hoofdfront en het buitenglacis beschermd als monument.
Fort 4 - Mortsel
Dit bakstenen fort werd gebouwd in 1860-1864, met fraai metselwerk en versieringen in natuursteen. Boven de reduitingang is het monogram van koning Leopold I aangebracht. Op het reduit staat een gemetseld platform. Het ophaalmechanisme en de kettingwielen van de brug zijn nog aanwezig.
In 1909-1911 is er een pantserkoepel gebouwd en kort daarop versterkt met ongewapend beton. In 1924 is het fort geschrapt als verdedigingswerk. Aan de west- en noordkant zijn delen van de gracht gedempt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft het Duitse leger er stenen loodsen gebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog werd het fort gebruikt als militair magazijn.
Vergeleken met de andere Brialmont-forten is het glacis tussen het hoofdfrontgebouw en het reduit in fort 4 heel duidelijk zichtbaar, omdat het van bomen ontdaan is. Het reduit is vanuit het hoofdfrontgebouw feitelijk onzichtbaar, zoals het ook de bedoeling was.
De gebouwen van het fort zijn vrij gaaf bewaard gebleven en zijn grotendeels, op het reduit na, door het leger gerestaureerd. De staat van het reduit is matig. Enkel het linker zijfront, delen van de gracht (linker keelwal en rechter keelwal) en de brug naar het reduit zijn verdwenen. Het fort werd in 1984 beschermd als monument. Sinds 2000 is het fort eigendom van de stad Mortsel.
Fort 5 - Edegem
Dit bakstenen fort werd gebouwd in 1860-1864, met fraai metselwerk en versieringen in natuursteen. Na 1906 zijn het hoofdfrontgebouw en de caponnière versterkt met beton.
Het fort heeft een traditorebatterij om naar de stad te kunnen schieten, net als fort 8 in Antwerpen (Hoboken). Er is een aantal hangars met historisch belang op het voormalige terreplein, met name de hangars 23 en 24, waarschijnlijk uit de periode 1906-1914.
Een groot deel van de fortgracht aan de noordzijde is gedempt. Het reduit is goed bewaard gebleven en grotendeels gerestaureerd. De staat van het hoofdfrontgebouw is slecht.
Omdat een deel van de fortgracht aan de keelzijde gedempt is, zijn de reduitingang en de lage batterijen verdwenen. Op het terrein is een aantal magazijnen gebouwd en zijn er betonbanen aangelegd. Het forteiland is opgedeeld in een aantal delen voor de verschillende gebruikers. Deze delen zijn ieder vanuit verschillende kanten toegankelijk.
Fort 6 - Wilrijk
Dit bakstenen fort werd gebouwd in 1860-1864, met fraai metselwerk en versieringen in natuursteen. Het officierengebouw, het reduit en de hoofdwal zijn goed bewaard gebleven. Bovenop het hoofdgebouw zijn nog bakstenen en betonnen holtraversen aanwezig, en resten van de rechterkoepel. Het glacis van het reduit is heel duidelijk zichtbaar en van bomen ontdaan.
Een groot deel van de fortgracht is gedempt. Aan de keelzijde en langs de zijflanken zijn er sportvelden aangelegd en universiteitsgebouwen gebouwd. Het reduit is weliswaar goed bewaard gebleven, maar is ongebruikt en staat onder water. De bouwkundige staat ervan is slecht. De staat van de andere historische gebouwen varieert.
Op het forteiland en ertegenaan zijn loodsen, hallen en onderwijslokalen gebouwd, ook tegen het hoofdfrontgebouw. Het fort als geheel is daardoor onoverzichtelijk geworden.
Fort 7 - Wilrijk
Dit bakstenen fort werd gebouwd in 1860-1864, met fraai metselwerk en versieringen in natuursteen. Op Fort 7 zijn op het hoofdfront nog de twee bakstenen holtraversen en de betonnen holtraverse aanwezig. De bakstenen holtraverse en de betonnen flankeringsbatterij op het linkerzijfront zijn ook nog aanwezig. Ook is er nog een houten officierswoning aanwezig.
Net als bij fort 8 in Antwerpen (Hoboken) zijn de wallen hoger dan bij de andere forten. Wellicht omdat door de lage grondwaterstand de gracht dieper uitgegraven is, waardoor er meer aarde beschikbaar was.
De kruitkamers van het hoofdfrontgebouw zijn voor een kenner nog herkenbaar door de aanwezigheid van de spouwmuren, de originele houten vloerconstructie, de verluchtingsleuven met metalen roosters en de bronzen kader van de verlichtingsnis.
De kruitkamers hebben nog originele luiken. De waszaal op de eerste verdieping van het reduit heeft nog haar originele hardstenen wasbak en waterafvoer, bakstenen vloer en de openingen van de latrines.
Verspreid over de gebouwen zijn heel wat historische elementen, zoals de verschillende typen van de oorspronkelijke houten toegangspoorten, deuren en luiken, de gietijzeren toiletten in de droge gracht en in het binnenplein van het reduit, 19de-eeuwse graffiti op muren, en munitieliften.
Een aantal loodsen is bijgebouwd. Een klein deel van de gracht aan de noordkant is gedempt. Het fort is vrijwel integraal bewaard gebleven, met een bijna volledige gracht en twee bruggen, inclusief de originele artillerie-ingang, reduitingang en één van de holtraversen. Alle gebouwen staan leeg en zijn in een slechte staat.
Fort 8 - Hoboken
Dit bakstenen fort werd gebouwd in 1860-1864, met fraai metselwerk en versieringen in natuursteen. Het fort heeft opvallend hoge wallen, net zoals fort 7 in Antwerpen (Wilrijk), wellicht omdat door de lage grondwaterstand de gracht verdiept werd. Fort 8 heeft een traditorebatterij om naar de stad te kunnen schieten, net als fort 5 in Edegem. Het fort is 32 ha groot.
Het fort maakte geen deel uit van de in 1907 aangelegde Veiligheidsomwalling, en werd daardoor als enige niet gemoderniseerd na 1907. In plaats daarvan zijn schans 16 en schans 17 gebouwd.
Het fort heeft een grotendeels gave gracht en aarden werken. Het reduit is heel goed bewaard gebleven en ontdaan van bomen. De bouwkundige staat varieert van goed (het reduit en de halve caponnières) tot matig (de batterij). Het fort kan tot één van de best bewaarde Brialmontforten gerekend worden. Zo zijn alle wallen bewaard gebleven, maar ook bijna alle fortgebouwen, waaronder de artillerie-ingang. Het reduit, de hoofdcaponière, de linkse en rechtse caponnière en het hoofdfrontgebouw staan nog steeds overeind. Enkel het rechter zijfront van de gracht is gedempt voor de aanleg van een aftakking van de spoorweg in het fort. En ook een deel van het glacis is afgegraven. De hardstenen brugpijlers van de artillerie-ingang staan nog in de gracht, het brugdek zelf is er niet meer.
Op het terrein zijn later nog loodsen gebouwd. Een deel van de gebouwen is ingrijpend vernieuwd (grote ramen enz.). Het terrein als geheel maakt hierdoor een versplinterde indruk met vrij veel nieuwbouw.
Fort Liefkenshoek
Het fort is vanaf 1580 gebouwd, tegelijk met het fort van Lillo. Beide forten waren een belangrijke en vaak belegerde vesting voor de militaire controle over de scheepvaart.
Na de val van Antwerpen in 1585 bleven de forten Liefkenshoek en Lillo protestantse enclaves in handen van Nederland. De forten zijn in Spaanse, Nederlandse, Franse, Oostenrijkse en Belgische handen geweest. De forten Liefkenshoek en Lillo maakten ook deel uit van de Staats-Spaanse linies
Fort Noordkasteel
Dit fort werd gebouwd van 1862 tot 1864 en was bedoeld als laatste bastion, als de stad zelf al gevallen was. De Antwerpenaren waren gekant tegen de bouw, vanwege hun slechte ervaringen met het Zuidkasteel.
Het Noordkasteel was een citadel met een polygonale zevenhoek als plattegrond, en een gracht en een voorgracht eromheen. Het had twee inundatiesluizen om de omliggende polders onder water te zetten.
In 1881 werd een deel gesloopt wegens de uitbreiding van de haven. In 1910 werd het fort Noordkasteel officieel geschrapt als militair gebied.
Op het domein werd in 1931-1933 een modernistisch schoolgebouw voor de Hogere Zeevaartschool opgetrokken. Van 1934 tot 1969 was er een populair recreatiedomein met een openluchtzwembad en een roeivijver. Het profiel van één front is nog aanwezig.
Fort Sint-Filips
Het fort is gebouwd in 1584 in opdracht van de Spaanse veldheer en landvoogd Alessandro Farnese, samen met het fort Sint-Marie, om de Schelde te verdedigen. Vanuit beide forten werden bruggenhoofden in de rivier gebouwd en een vlotbrug in de Schelde gelegd.
De forten Sint-Filips en Sint-Marie maakten deel uit van de Staats-Spaanse linies. In 1870-1881 is er een nieuw fort gebouwd, als deel van de Grote Omwalling naar het plan van kapitein Henri Alexis Brialmont. Het 19de-eeuwse fort heeft een uitzonderlijke plattegrond. Het was een langgerekt, volledig bakstenen gebouw met drie koepels en een droge gracht. In elke koepel stonden twee kanonnen. Van de gebouwen is weinig of niets overgebleven.
Het fort was een buitenbeentje qua ontwerp: het heeft de plattegrond van het reduit van een Brialmontfort.
Fort Sint-Marie
Het fort Sint-Marie werd opgericht in 1584 in opdracht van de Spaanse veldheer en landvoogd Alessandro Farnese. Het maakte met het fort Sint-Filips deel uit van de vlotbrug over de Schelde. Vanuit beide forten werden bruggenhoofden in de Schelde gebouwd. Na de afbraak van de brug in 1585 bleef het fort Sint-Marie bestaan. De forten Sint-Marie en Sint-Filips maakten deel uit van de Staats-Spaanse linies.
Na 1865 werd een nieuw fort gebouwd dat deel uitmaakte van de Grote Omwalling van kapitein Henri Alexis Brialmont. Het fort is van oorsprong een polygonaal forteiland met vier gebastioneerde en twee getenailleerde fronten met een gekazematteerde kustbatterij, een gepantserde kustbatterij en een onderwaterbatterij.
Midden op het forteiland ligt een later aangelegd omgracht cirkelvormig forteiland. De kazernegebouwen op het forteiland dateren uit de 19de en 20ste eeuw.
In 1870-1882 werd een nieuw Verschanst Kamp Linkeroever ingericht, waar fort Sint-Marie ook deel van uitmaakte. Tussen fort Sint-Marie en het nieuwe fort Zwijndrecht werd de Defensieve Dijk aangelegd, als waterkering van het inundatiegebied in de Melselepolder.
Het fort werd voorzien van de enige torpedo-installatie in België, gebouwd tussen 1881 en 1882. Die installatie kon zowel richting Nederland als richting Antwerpen torpedo’s afschieten.
Sinds 1961 is het fort een basis van de Belgische zeemacht. In het fort is ook de middelbare school voor scheepvaart KTA Zwijndrecht – Cenflumarin gehuisvest, die ook de jachthaven gebruikt. Voor deze school zijn rond de vijver paviljoenen gebouwd.
Fort van Bornem
Het fort is gebouwd als laatste fort van de buitengordel. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914 was het fort nog niet gereed. Het is een fort van de tweede orde, met flankering door koepels. De betonnen gebouwen staan op een ellipsvormig forteiland. Het is het enige fort van de buitenlinie met een asymmetrische plattegrond, met de toegang aan de oostzijde en een verkort linker zijfront.
Het fort bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog gespaard van zware aanvallen. Na 1918 werd het fort ontmanteld en gebruikt als infanteriesteunpunt en munitiefabriek. De Duitsers gebruikten het fort tijdens de Tweede Wereldoorlog als magazijn. In de jaren 1960 werd het fort privébezit.
De fortgracht is nog intact en de gebouwen zijn nog gaaf, maar in een slechte staat. Op een deel van het glacis is een bos aangelegd. Langs de fortgracht en op het forteiland zelf zijn wegen aangelegd en recreatiewoningen gebouwd.
Fort van Brasschaat
Het fort is gebouwd in 1909-1912. De gebouwen van ongewapend beton staan op een driehoekig forteiland. Het is een fort van de tweede orde met aangehechte reverscaponnières. De toegangsbrug en de traditorebatterij erachter zijn goed zichtbaar en voorzien van pleisterwerk met blokken op de hoeken.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog is er niet gestreden aan het fort van Brasschaat.
Na 1918 werd de bewapening gemoderniseerd en het fortgebouw aangepast voor gasaanvallen. De westelijke fortgracht maakt vanaf 1939 deel uit van de Antitankgracht.
Eind jaren 1970 probeerde het Belgische leger het fort op te blazen. De verwoesting van de linkervleugel van het fort is hiervan het gevolg.
Fort van Breendonk
Het fort is gebouwd van 1906 tot 1914 en bestaat uit gebouwen van ongewapend beton op een trapeziumvormig forteiland. Het is een fort van de tweede orde met samengevoegde caponnières.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog valt het Duitse leger op 28 september 1914 de verdedingingslinie rond Antwerpen aan. Elf dagen lang beschiet de artillerie het fort van Breendonk, waarna de Belgische verdedigers zich aan de Duitsers overgeven. In 1916 herstelt de Duitse bezetter het fort gedeeltelijk van de aangebrachte schade. Een jaar later bouwen ze in de directe omgeving van het fort nog enkele bunkers.
Het Belgische leger gebruikt na de Eerste Wereldoorlog het fort van Breendonk om er troepen in te kazerneren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog doet het fort op 10 mei 1940, de dag van de Duitse invasie, dienst als algemeen hoofdkwartier van het Belgische leger. Koning Leopold III vergadert er als opperbevelhebber met zijn generale staf, maar moet door de snelle Duitse opmars het fort al snel verlaten.
Op 20 september 1940 vestigt de Duitse politiedienst Gestapo zich in Breendonk. Het leegstaande fort wordt omgevormd tot een doorgangskamp voor verzetslui en Joden. De kazematten zijn verbouwd tot cellen, er zijn barakken en een kampbureau gebouwd, een folterkamer en lijkenkamer ingericht, en een executieplaats aangelegd. Tussen 20 september 1940 en 4 september 1944 sluit de bezetter er 3.600 gevangenen op in afwachting van hun deportatie naar de kampen in het Duitse rijk. Minstens 165 gevangenen worden in Breendonk gefusilleerd, een twintigtal worden er opgehangen na een veroordeling door een Duitse krijgsraad. Slechts de helft van de gedeporteerden zal levend uit de kampen terugkeren.
Op 4 september 1944 bevrijden de geallieerden Willebroek. Wanneer het plaatselijke verzet bij het fort van Breendonk aankomt, treffen zij er een leeg kamp aan. De laatste gevangenen zijn op 30 augustus nog snel gedeporteerd naar de kampen van Vught (Nederland) en Neuengamme (Duitsland). Het verzet richt het leegstaande fort opnieuw in als gevangenis, deze keer voor collaborateurs en Duitsgezinden. Op 10 oktober wordt het wettelijk gezag hersteld en richt de Belgische overheid in het fort een officiële gevangenis voor “incivieken” op.
Vandaag is het fort van Breendonk het enige kamp in West-Europa dat nog volledig intact gebleven is. Het Nationaal Gedenkteken, uitgeroepen in 1947, wil de herinnering levendig houden aan datgene wat er zich tijdens de Duitse bezetting in het Auffanglager Breendonk heeft afgespeeld. Het fort blijft een belangrijke ontmoetingsplaats voor zij die tijdens de oorlog voor de vrijheid hebben gestreden, zich hebben verzet tegen de bezetter of het slachtoffer zijn geworden van blind racisme. Jaarlijks ontvangt het Gedenkteken zo’n 100 000 bezoekers.
Door deze nieuwe functie is het fort meer toegankelijk gemaakt voor het publiek. Zo is de structuur van koepels en gangen zichtbaar gemaakt omdat het glacis is afgegraven. De gang naar de linker geschutskoepel is dwars doorgesneden waardoor de structuur van deze gang zichtbaar is.
Fort van Broechem
Het fort is gebouwd in 1909-1914 en was nog niet voltooid bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Het is een fort van de tweede orde met samengevoegde caponnières. De gebouwen van ongewapend beton staan op een trapeziumvormig forteiland.
De toegangsbrug en de traditorebatterij daarachter zijn goed zichtbaar en voorzien van pleisterwerk. Boven de rondboogvormige toegang is er een fries met het opschrift ‘Fort de Broechem 1909-1912’.
Toen een Duitse zeppelin op 1 oktober 1914 over het fort vloog en enkele bommen liet vallen, schoot het fort terug. Op 3 oktober schoot het fort op de Duitse infanterie in de duinen van Grobbendonk. Een dag later werden diverse doelen in Kessel onder vuur genomen, zoals de kerk, het klooster en daarna het hele dorp.
Op 5 oktober werd het fort beschoten, met weinig schade tot gevolg. Het fort zelf komt in actie tegen vijandelijke troepen in Lier en bij het kasteel de Bist in Kessel. De volgende dag begint de zware beschieting van het fort van Broechem. Het fort zelf beschiet 's ochtends nog het al door de Duitsers bezette fort van Kessel. Tegen de middag is het eigen geschut door verschillende inslagen vrijwel uitgeschakeld. ’s Namiddags besluit de commandant het fort te verlaten, met toestemming van de sectorcommandant. Het garnizoen trekt zich terug naar het dorp en trekt op 7 oktober verder naar Zwijndrecht.
Tussen de twee wereldoorlogen zijn aan het fort kleine aanpassingen uitgevoerd, zoals nieuwe bewapening, gebruik van gewapend beton en aanpassingen voor gasaanvallen. In de Tweede Wereldoorlog heeft het fort geen actie gevoerd.
De fortgracht is vrijwel intact, net zoals het gebouw. De inslagen van de Duitse granaten zijn nog altijd zichtbaar.
Fort van Duffel
Het hybride fort is gebouwd in 1886-1888, en in 1889-1891 uitgerust met koepels. De gebouwen, op een vrijwel vierhoekig forteiland met een gracht rondom, bestaan uit bakstenen muren, betonnen gewelven, pantserkoepels en hoge wallen.
Langgerekte kazernegebouwen liggen midden op het forteiland aan weerszijden van een smal, open binnenplein. Een nauwe, rondlopende onderaardse gang verbindt de kazernegebouwen met de koepels. De wallen zijn opvallend hoog. De bedekte weg en het glacis ontbreken. Het fort had strategische bosjes. Die liggen nu nog tussen het fort en de spoorweg.
De fortgracht is intact. De gebouwen zijn redelijk gaaf, maar deels in slechte staat of bouwvallig. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn de koepels en de kazematten zwaar beschadigd door het terugtrekkende Belgische leger.
Tijdens het interbellum werd er een kleine mitrailleurbunker opgericht op het hoofdfront. De historische brugpijlers zijn nog aanwezig. Het brugdek is recent vernieuwd.
Na de Tweede Wereldoorlog is het fort ontmanteld en verkocht aan particulieren. De gracht werd gebruikt als visvijver, een deel van de wallen werd afgegraven.
Fort van Ertbrand
Het fort is gebouwd in 1908-1912. De gebouwen van ongewapend beton staan op een trapeziumvormig forteiland. Het is een fort van de tweede orde met samengevoegde caponnières. De toegangsbrug en de traditorebatterij daarachter zijn goed zichtbaar, voorzien van pleisterwerk met blokken op de hoeken. Boven de rondboogvormige toegang staat het bouwjaar ‘1912’.
In augustus 1914, bij het begin van de Eerste Wereldoorlog, was het fort op volle sterkte met ongeveer 500 manschappen. Veel actie was er uiteindelijk niet, want het fort werd ontruimd toen Antwerpen bezet werd door de Duitsers in oktober 1914.
Na de Eerste Wereldoorlog werd het fort gemoderniseerd, onder andere met overdrukkamers tegen gasaanvallen. Vanaf 1939 maakt de zuidelijke fortgracht deel uit van de nieuwe Antitankgracht.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft het fort geen belangrijke rol gespeeld. Na 1945 werd het gebruikt door de Belgische Ontmijningsdienst voor het vernietigen van springstoffen, mijnen en munitie.
Fort van Haasdonk
Het fort is gebouwd van 1908 tot 1913 en bestaat uit gebouwen van ongewapend beton op een trapeziumvormig forteiland. Het is een fort van de tweede orde met samengevoegde caponnières. Er is een bedekte weg en een glacis. Op het fort is er één infanteriekam, en zijn er draaibare geschutskoepels.
Tijdens de twee wereldoorlogen heeft het geen belangrijke rol gespeeld. Na de Eerste Wereldoorlog werd de bewapening ontmanteld. Het fort werd dan vooral als een magazijn gebruikt.
Het aardwerk van het fort en de gracht zijn nog aanwezig. Het gebouw zelf bevindt zich echter in een vrij slechte toestand.
Fort van Kapellen
Het fort is gebouwd van 1887 tot 1897, ter verdediging van de belangrijke spoorweg Antwerpen - Roosendaal. Het is een hybride fort op een vrijwel vierhoekig forteiland, gebouwd met bakstenen muren en betonnen gewelven. In het hoofdgebouw bevinden zich opschriften en graffiti, op het forteiland een unieke verdedigingsbunker.
De fortgracht is over het hele hoofdfront en linker zijfront gedempt. Het ingangsgebouw en het overdekte binnenplein met kazernegebouwen zijn nog aanwezig. De andere gebouwen zijn afgebroken. Alle koepels werden in 1914 opgeblazen. De aarden werken zijn bijna volledig afgegraven. De kleine mitrailleurbunker is onbeschadigd. Rond de gedempte fortgracht staat een aaneengesloten rij nieuwe loodsen.
Fort van Kessel
Het fort is gebouwd in 1909-1912 en bestaat uit gebouwen van ongewapend beton op een driehoekig forteiland. Het is een fort van de tweede orde met aangehechte reverscaponnière. Boven de rondboogvormige toegang is het opschrift ‘Fort de Kessel 1909-1912’. De toegangsbrug en de traditorebatterij daarachter zijn goed zichtbaar en voorzien van pleisterwerk met blokken op de hoeken.
Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog werden er loopgraven gegraven en prikkeldraad gezet van het fort van Kessel tot aan het fort van Lier. Er bleef bijna geen doorgang over, en alle vee werd binnen de ring van de forten gebracht.
De kerktoren van Kessel zou dienen om op de Duitsers te mikken. Men dacht niet dat het fort ingenomen zou kunnen worden. De betonnen muren en koepels zouden bestand zijn tegen kanonskogels. De realiteit bleek echter anders. Op 4 oktober 1914 nam het Duitse leger het fort vanop een afstand van 8,4 kilometer onder vuur met hun zwaarste kanon, Dikke Bertha. De eerste bom kwam terecht in de fortgracht. Een nieuwe bom bewees dat de geschutskoepels niet sterk genoeg waren. Verdere voltreffers hebben het fort helemaal vernield. In het fort zijn er originele Belgische en Duitse opschriften uit de Eerste Wereldoorlog.
In 1939 werd het fort aangepast en, in het kader van de mobilisatie, opnieuw ingeschakeld in de militaire verdediging. Maar het heeft geen belangrijke rol gespeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nadien werd het een militair oefenterrein.
Na de Tweede Wereldoorlog bewoonde een familie tijdelijk het fort tot 1974. Sedert 1973 is de gemeente Kessel (nu deelgemeente van Nijlen) eigenaar van het fort.
De fortgracht en de gebouwen zijn intact. Het glacis is bewaard. Het forteiland en het gebied buiten de gracht zijn van de meeste bomen ontdaan.
Fort van Koningshooikt
Het fort is gebouwd in 1907-1908 en bestaat uit gebouwen van ongewapend beton op een trapeziumvormig forteiland. Het is een fort van de eerste orde met samengevoegde caponnières en een 40 tot 50 meter brede gracht. Boven de rondboogvormige toegang is het bouwjaar ‘1908’ aangeduid in een gevelsteen.
Het fort, met ongeveer 450 soldaten, lag van 30 augustus 1914 tot 2 oktober onder zwaar Duits vuur. Op 2 oktober werd het fort uitgeschakeld en door het Belgisch leger verlaten. De volgende dag werd het door de Duitsers ingenomen.
Na 1918 werd het fort gebruikt als wagenopslagplaats, werd er een aantal verbouwingen uitgevoerd en nieuwe bewapening geïnstalleerd. In 1939-1940 werd er een antitankbeveiliging aangebracht en werd het fort onderdeel van de nieuwe Koningshooikt-Waver-linie (KW-linie).
De toegangsbrug en de traditorebatterij daarachter zijn voorzien van pleisterwerk met blokken op de hoeken. De inslaggaten van artillerie uit 1914 zijn goed zichtbaar. Er is een zaal met muurschilderingen van militairen en restanten van munitieliften.
De fortgracht is intact. De gebouwen zijn redelijk intact, maar verwaarloosd.
Het buitenglacis is goed zichtbaar en in gebruik als landbouwgrond.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het fort bewoond en deels in gebruik genomen als champignonkwekerij. Het fort is sinds 1954 privé-bezit en in 1966 geopend als een café-dancing. Op het forteiland is er een motorcross-circuit aangelegd. Langs de fortgracht zijn er vissershutjes gebouwd, een ‘skihut’ en een feestzaal.
Fort van Kruibeke
Het fort werd gebouwd in 1870 en in 1912 gemoderniseerd. Het is een hybride fort met bakstenen gebouwen op een stervormig forteiland. Dit forteiland heeft een ongebruikelijke, asymmetrische vorm. Het fort heeft geen reduit, maar een kleine batterij voor indirect vuur. Met het fort van Kruibeke kon het leger de Schelde onder vuur houden, zowel stroomop- als stroomafwaarts.
De gracht is grotendeels gedempt en er is veel bijgebouwd. Het stervormige forteiland is geamputeerd. De aarden wal links van de ingang is verwijderd. Het officierenpaviljoen is afgebroken. Ook de hoofdcaponnière is verdwenen.
Fort van Lier
Het bakstenen hybride fort is gebouwd van 1873 tot 1883. Het is ongeveer 37 hectare groot. De bewapening stond buiten tot het fort in 1890 uitgebreid werd met gepantserde draai- en hefkoepels. In 1906 werd op de bakstenen gewelven ongewapend beton aangebracht, met name bij de hoofdcaponnière en de geschutskoepels.
Het fort ligt vlakbij de te verdedigen wegen: de spoorweg Antwerpen - Aken, de Berlaarsesteenweg en de Aarschotsesteenweg (N10).
Het forteiland heeft een trapeziumvorm. Het reduit ontbreekt. Op het binnenplein werd in 1890 een infanteriekazerne bijgebouwd, met jaartal in natuursteen op de voorgevel en met natuurstenen details. Het fort lijkt sterk op het fort van Walem.
Vanaf 30 september 1914 werd het fort beschoten door het Duitse leger, met twee Dikke Bertha's. Op 2 oktober verliet het garnizoen het fort om er 's avonds voor inspectie terug te keren. Alle geschut bleek echter buiten werking gesteld of ontoegankelijk te zijn. Hierop besloot de commandant het fort te verlaten en zich terug te trekken achter de Nete. Op 3 oktober bezette het Duitse leger het fort. De brug was ondermijnd met dynamiet, maar niet opgeblazen. De kazerne was door twee voltreffers verwoest. In de kamer van de commandant lag een bodemstuk van een 42 cm granaat met daarnaast een maatstok om het kaliber vast te stellen. Een pantserkoepel van 5,7 cm geschut was uit zijn voegen gerukt en naar beneden gevallen.
Na de Eerste Wereldoorlog is het fort gedeeltelijk hersteld en herbewapend met mitrailleurs. Het fort is in de Tweede Wereldoorlog niet in actie geweest.
De oorspronkelijke toegang, een brug met beweegbaar gedeelte, is nog aanwezig. De huidige toegang loopt via een dam, aangelegd naast de brug.
Fort van Liezele
Het fort is gebouwd vanaf 1908. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914 was het nog niet voltooid. Het is een fort van de tweede orde met samengevoegde caponnières.
De gebouwen van ongewapend beton staan op een trapeziumvormig forteiland met een zuidelijk hoofdfront, een noordelijk keelfront en zijfronten rondom twee binnenplaatsen. Rond de gracht is er een bedekte weg en een glooiend glacis. De bovenbouw was uitgerust met koepels. De toegang tot het fort is via de traditorebatterij, geflankeerd door keelkazernevleugels.
Na de verovering van de forten van Luik in september 1914 viel het Duitse leger de fortengordel rond Antwerpen aan. Liezele lag buiten de eigenlijke aanvalszone. Maar het fort bestookte voortdurend het naderende Duitse leger en werd een aantal keren zwaar beschoten met veldartillerie. Begin oktober 1914 zag de toenmalige koning Albert I zich verplicht zijn veldleger uit Antwerpen terug te trekken tot achter de IJzer. Het fort van Liezele dekte die terugtocht, bleef geïsoleerd achter en capituleerde noodgedwongen op 10 oktober 1914.
Na 1918 werd het fort gebruikt als kazerne voor de zware veldartillerie. In 1939 werd het echter verbouwd: er werden mitrailleurs geplaatst, de in 1917 verdwenen koepels werden dichtgemaakt met beton en een aantal lokalen werden gasvrij gemaakt.
In januari 1940 volgde een omvorming tot het Groot Hoofdkwartier van het Belgische leger. Tijdens de veldtocht van mei 1940 zijn de generaals van de genie-, artillerie- en transmissietroepen aanwezig. Op 16 mei verlieten zij met hun staven het fort. De 1ste Divisie leverde rond het fort nog twee dagen strijd om de terugtocht over de Schelde te dekken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het fort een voedseldepot van het Duitse leger en van 1945 tot 1946 een Brits gevangenenkamp.
Het fort is nu in goede staat, vele onderdelen zijn gerestaureerd of authentiek heringericht. De gracht is intact. De rolbrug en keuken zijn hersteld, de observatieklok teruggeplaatst.
Fort van Lillo
Het fort is vanaf 1580 gebouwd, tegelijk met het fort Liefkenshoek. Beide forten waren een belangrijke en vaak belegerde vesting voor de militaire controle over de scheepvaart. Na de val van Antwerpen in 1585 bleven de forten Lillo en Liefkenshoek protestantse enclaves in handen van Nederland. De forten zijn in Spaanse, Nederlandse, Franse, Oostenrijkse en Belgische handen geweest. Beide forten maakten ook deel uit van de Staats-Spaanse linies.
Door de gracht en de wallen is het fort goed herkenbaar. De ligging aan de Schelde is ongewijzigd gebleven. Maar het polderlandschap en het eigenlijke dorp Lillo zijn verdwenen door de havenuitbreiding in de jaren 1960.
Het rivierfort is van oorsprong een vijfhoekig forteiland met vijf uitspringende bastions. Daarvan zijn er nu vier over. Binnen de wallen liggen niet alleen militaire gebouwen, maar ook burgerwoonhuizen. De bestaande militaire gebouwen dateren uit de 19de eeuw. Van de fortengordels van Antwerpen is fort Lillo het enige fort met woonhuizen op het fortdomein. Begin 20ste eeuw is er een haventje gegraven waardoor het hoofdbolwerk is verdwenen.
Fort van Merksem
Het bakstenen fort is gebouwd van 1871 tot 1882. De sluitsteen vermeldt verkeerdelijk ‘1876’. In 1911-1912 werd het fort versterkt met ongewapend beton.
In het fort is er een stervormig forteiland, waarvoor het ontwerp van de Brialmontforten als voorbeeld diende. Het forteiland heeft één toegang. Het reduit ligt in het midden van het forteiland, de toegangspoterne is daarom verlengd. Het reduit is opgebouwd uit twee haaks op elkaar staande delen, ieder met een binnenplaats en een natte gracht rondom. De hoofdcaponnière is versterkt met ongewapend beton.
Om het fort niet onbeschadigd in handen van de Duitsers te laten vallen, blies het Belgische leger op 9 oktober 1914 het hoofd van het reduit op, vlak voor de val van Antwerpen.
Na de Eerste Wereldoorlog werd het fort een tijdlang gebruikt als opslagplaats voor buitgemaakt Duits oorlogsmaterieel. Na de Tweede Wereldoorlog is het een legerdepot voor motorbrandstoffen en later een kazerne van de Belgische Zeemacht (tot in 1972).
In 1977 werd het eigendom van de gemeente Merksem (nu een district van de stad Antwerpen), die het omvormde tot een recreatiedomein.
Fort van Oelegem
Het fort van ongeveer 20 hectare is gebouwd in 1909-1914. Het was nog niet voltooid bij het begin van de Eerste Wereldoorlog. Het is samen met het fort van Koningshooikt het laatst gebouwde fort van de buitengordel.
De gebouwen van ongewapend beton staan op een trapeziumvormig forteiland. Het is een fort van de eerste orde met samengevoegde caponnières. De toegangsbrug en de traditorebatterij daarachter zijn voorzien van pleisterwerk met blokken op de hoeken en zijn goed zichtbaar.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam het fort met ongeveer 450 soldaten in actie op 5 oktober 1914 met een beschieting van het fort van Kessel. In de daaropvolgende dagen werd onder meer geschoten op het fort van Kessel, het fort van Broechem en op de dorpen Nijlen en Ranst. De beschieting en uitschakeling van het fort van Walem en het fort van Sint-Katelijne-Waver leidde tot de overgave van de vesting Antwerpen op 10 oktober 1914.
Na 1918 werd het fort aangepast. De bewapening werd vervangen en de ventilatie en nooduitgangen werden aangepast.
Van 1937 tot 1939 werd langs het fort de Antitankgracht aangelegd, een kunstmatige waterloop die een grote kwartcirkel vormt van noord tot oost rond Antwerpen, van de Schelde ter hoogte van Berendrecht tot het Albertkanaal in Oelegem. Naast het fort kruist de beek Groot Schijn de Antitankgracht. Via het aanwezige sluisje kon de beek de gracht van water voorzien. De westelijke fortgracht maakt deel uit van de Antitankgracht.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte het Duitse leger het fort als opslagplaats. Na de bevrijding werd het gebruikt als luchtverdedigingscentrum door het Amerikaanse leger tegen de V1-raketten.
Het fort is gedemilitariseerd in 1947 en privé-bezit geworden.
De fortgracht is nog intact. De gebouwen zijn onzichtbaar door de bebossing. Het buitenglacis is redelijk open gebleven. Er zijn diverse metalen restanten.
Fort van Schoten
Het is een hybride fort met bakstenen muren en betonnen gewelven. De bouw was begonnen in baksteen in 1885 en werd voltooid in beton in 1893, met pantserkoepels. Het keelfront heeft een droge gracht, met aan weerszijden een kazerne.
Midden op het forteiland ligt het opvallend cirkelvormige reduit. In 1906 werd er een torentje gebouwd ter verdediging van de huisvesting, magazijnen en doorgangen. Een smalspoor voor munitievervoer sloot aan bij de spoorweg naar Antwerpen.
De gracht en de meeste gebouwen zijn intact. Op het forteiland staan er aan het keelfront meer recente gebouwen.
Fort van Sint-Katelijne-Waver
Het fort is gebouwd van 1906 tot 1914 in ongewapend beton op een trapeziumvormig forteiland. Het is een fort van de eerste orde met gedetacheerde reverscaponnière, die op een eilandje voor het fort ligt. De toegangsbrug en de traditorebatterij daarachter zijn goed zichtbaar. Het enige andere fort van dit type is het fort van ’s-Gravenwezel in Schilde.
De fortgracht is nog intact. Het fortgebouw zelf is in oktober 1914 zwaar gebombardeerd geweest, waardoor de gebouwen in zeer slechte toestand verkeren. De wallen zijn bebouwd met recentere woningen.
Op het forteiland is tussen 1965 en 1975 een aantal huizen gebouwd, onderling verbonden door een weg. Ook rond het forteiland is er een weg aangelegd, de Vestinglaan, met woonhuizen erlangs. Vóór de ingang van het fort ligt een bedrijventerrein. Het fort is volledig privébezit.
Fort van Stabroek
Het fort is gebouwd vanaf 1902 en voltooid in 1907. De gebouwen van ongewapend beton staan op een trapeziumvormig forteiland. De toegangsbrug en de traditorebatterij daarachter zijn goed zichtbaar. Het is een fort van de tweede orde met slechts één pantserkoepel voor twee kanonnen en met een gedetacheerde reverscaponnière, die op een eilandje voor het fort ligt.
In 1939 werd het fort ingeschakeld in de nieuwe Antitankgracht, die aansluit op de fortgracht. Tijdens de twee wereldoorlogen heeft het fort geen belangrijke rol gespeeld. In 1947 werd het gedemilitariseerd en in 1955 verkocht aan particulieren.
Het fortgebouw is in goede staat, en de fortgracht is nog intact. Het loopgravenstelsel ten zuiden en westen van het fort werd echter niet in stand gehouden.
Fort van Steendorp
Het fort is gebouwd van 1882 tot 1892 en is in België het laatst gebouwde fort in baksteen. In 1906 is het fort versterkt met beton. Eerst heette het fort Rupelmonde, maar vanaf 1909 fort Steendorp. Het fort werd vanaf 1913 aangepast aan de nieuwste militaire inzichten, maar deze verbouwing is nooit voltooid.
Het is een hybride fort, bestaande uit gebouwen op een trapeziumvormig forteiland met een gracht rondom. Het werd uitgerust met droge grachten, een unicum in de vesting Antwerpen. Door verstopping is de gracht nu gevuld met regenwater. Het reduit lijkt op dat van de Brialmontforten en is voorzien van een pantserkoepel. Bij het fort staat het soort hekken dat bedoeld was als deel van de Veiligheidsomwalling rond Antwerpen uit 1907.
Na de Eerste Wereldoorlog werd het niet meer als fort gebruikt, maar wel als fabriek voor oorlogsgassen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte de Duitse bezetter het als opslagplaats voor munitie. Daarna werd het enkel nog gebruikt als oefenterrein voor het leger.
De wallen zijn bewaard gebleven, maar de gebouwen zijn matig tot sterk vervallen.
Fort van Walem
Het bakstenen fort is gebouwd van 1878 tot 1883 om de oude steenweg Antwerpen – Mechelen (N1), de huidige Oude Baan, te verdedigen. In 1891-1900 wordt het omgebouwd tot een pantserfort en met beton versterkt.
Het is een hybride fort. Het forteiland heeft een trapeziumvorm. Boven de reduit-ingang is er een gevelsteen met het bouwjaar ‘1878’. Het fort heeft geen reduit. Op het binnenplein is later een infanteriekazerne bijgebouwd.
Fort Walem is vrijwel identiek aan het fort van Lier. Het fort is uitgerust met hoge wallen. Het heeft niet alleen een caponnière aan het hoofdfront, maar ook een keelcaponnière. Het buitenglacis is met bomen beplant.
Het fort is bekend omdat het Belgische leger in oktober 1914 vijf dagen stand hield tegen het Duitse leger. Bij deze belegering werd het fort ernstig beschadigd.
De rechter halve caponnière, de ingang van de linker halve caponnière, een deel van het hoofdfrontgebouw en een deel van de infanteriekazerne werden zwaar beschadigd. De hoofdcaponnière werd volledig opgeblazen. De reservepoterne en de keelcaponnière zijn nadien afgebroken.
Op het forteiland staat een gedenkteken voor de slachtoffers, naar ontwerp van de Brusselse architect J. Diongre en ingehuldigd in 1930.
Een deel van de gracht is gedempt. Verder is de gracht vrij gaaf bewaard.
Fort van Zwijndrecht
Het fort werd gebouwd vanaf 1870 en in 1912 gemoderniseerd. Het is een fort met bakstenen gebouwen op een stervormig forteiland. Alle historische gebouwen zijn nog aanwezig. Het fort heeft geen reduit, maar een batterij over de hele breedte van het fort aan de achterzijde.
De fortgracht is vrijwel intact. Er zijn twee toegangswegen. Voor de toegangsweg Gavers is een klein deel van de gracht gedempt. Op het forteiland zijn veel nieuwe loodsen bijgebouwd.
Fort van ‘s-Gravenwezel
Het fort van ongeveer 22 hectare is gebouwd in 1909-1912. De gebouwen van ongewapend beton staan op een trapeziumvormig forteiland. Het is een fort van de tweede orde voorzien van aangehechte reverscaponnières. De toegangsbrug en de traditorebatterij zijn voorzien van pleisterwerk met blokken op de hoeken en zijn goed zichtbaar. Boven de rondboogvormige toegang is er het opschrift ‘Fort de ’s Gravenwezel 1909-1912’.
Het fort van 's-Gravenwezel kwam in actie op 5 oktober 1914 tegen het Duitse leger. Maar al enkele dagen later nam het Duitse leger Antwerpen in. Na de Eerste Wereldoorlog werd een aantal aanpassingen uitgevoerd. Zo werd de bewapening vervangen en werden ventilatie en nooduitgangen aangepast.
De westelijke fortgracht maakte sedert 1939 deel uit van de nieuwe Antitankgracht.
In de Tweede Wereldoorlog heeft het fort echter geen actie gevoerd en in 1947 is het gedemilitariseerd.
Bijna alle fortgebouwen zijn afgebroken. Op het forteiland zijn wegen aangelegd en weekeindhuisjes gebouwd. Alleen de fortgracht is grotendeels intact. Hier en daar zijn nog restanten van het fort zichtbaar tussen de weekendhuisjes.
Schans Bosbeek
De schans is gebouwd in baksteen en ongewapend beton tussen 1909 en 1912. Door de ligging van de dorpskern van Sint-Katelijne-Waver werden er twee halve asymmetrische schansen gebouwd in plaats van een gewone: de schansen Bosbeek en Dorpveld. De schans is gebouwd op een ellipsvormig forteiland.
In 1914 lag het fort van Sint-Katelijne-Waver in het centrum van de Duitse aanval. Ook de schans Bosbeek werd tijdens de gevechten in 1914 beschadigd. Na de Eerste Wereldoorlog verloor de schans zijn artilleriefunctie. Ze werd omgebouwd tot een infanteriesteunpunt. De Belgische overheid heeft na de Tweede Wereldoorlog de schans verkocht aan een particulier.
De gracht is nog grotendeels aanwezig, het hoofdgebouw ook, maar het lijkt in slechte staat. Er zijn nog twee bunkers aanwezig. Sedert 1998 is de schans beschermd als monument.
Schans Brilschans
Deze schans is gebouwd in 1860-1864. Op het lunet stond oorspronkelijk een verdedigingstoren die in het begin van de 20ste eeuw is afgebroken. De schansen Jeugdherberg en Brilschans zijn de enige restanten van de omwalling van de Grote Omwalling. Deze omwalling is in 1963 afgebroken om er de ring van Antwerpen aan te leggen.
Schans Dorpveld
De schans is gebouwd in baksteen en ongewapend beton tussen 1909-1912. Door de ligging van de dorpskern van Sint-Katelijne-Waver werden er twee halve asymmetrische schansen gebouwd in plaats van een gewone: de schansen Dorpveld en Bosbeek. De schans Dorpveld is gebouwd op een ellipsvormig forteiland.
In 1914 lag het fort van Sint-Katelijne-Waver in het centrum van de Duitse aanval. De schans Dorpveld hield een week stand. Ter herinnering aan de soldaten van de schans in 1914, werd in 1931 naast de ingangspoort een monument opgericht.
Na de Eerste Wereldoorlog verloor de schans haar artilleriefunctie en werd ze omgebouwd tot een infanteriesteunpunt.
De gebouwen en gracht zijn nog aanwezig en vrij goed onderhouden.
Schans Drijhoek
De schans is gebouwd in baksteen en ongewapend beton tussen 1906 en 1914. Het gebouw staat op een ovalen eiland, met een aarden bedekking en een bebost terrein errond. Het eiland is omringd door een brede gracht.
In 1939-1940 is deze schans niet opgenomen in de Antitankgracht, die op zo’n 700 meter ten noordoosten van de schans ligt.
Na de Tweede Wereldoorlog is de schans verkocht aan een particulier.
Het schansgebouw is nog aanwezig, maar sterk verbouwd. De gracht is aan de voorzijde gedeeltelijk gedempt, en de brug is verdwenen. Op het domein zijn er enkele gebouwen bijgebouwd.
Schans Halve Maan
Vanaf 1870 is de schans aangelegd samen met de Defensieve Dijk. De ligging is ongeveer in het midden van de dijk. De schans is herkenbaar door de driehoekige grondvorm en de gracht.
In 1953 raakte de schans zwaar beschadigd door de overstroming, maar kreeg ze ook weer nut: de binnenzijde werd afgegraven voor het vullen van zandzakjes. Op de vrijgekomen terreinen kregen slachtoffers van de overstroming de toelating om tijdelijk een onderkomen op te richten. Zo staan er nu vier privéwoningen op het terrein.
De wallen van de schans met de aanpalende gronden werden verkocht en zijn nog steeds privébezit. Aanvankelijk was het een private visvijver. Later vestigde een vissersclub zich op de oude wallen. De omwalling is vrijwel verdwenen.
Schans Jeugdherberg
Deze schans is gebouwd in 1860-1864. Een lunet is een klein vestingwerk met twee schuine, naar buiten gerichte zijden en twee naar achter gerichte zijden. De stadskant is open of op een eenvoudige wijze afgesloten door een borstwering of een muur met schietgaten. Op het lunet stond oorspronkelijk geen bebouwing.
Door de v-vormige gracht is het terrein vanuit de lucht herkenbaar als voormalig vestingwerk, vooral vanuit het noorden. De andere zijden zijn meer gecamoufleerd door de omliggende gebouwen.
De schansen Jeugdherberg en Brilschans zijn de enige restanten van de omwalling van de Grote Omwalling. Deze omwalling is in 1963 afgebroken om er de ring van Antwerpen aan te leggen.
Schans Oudaan
De schans is gebouwd in baksteen en ongewapend beton tussen 1907 en 1908. Het gebouw staat op een ovalen eiland, met een aarden bedekking en een bebost terrein errond. Het eiland is omringd door een brede gracht.
De schans is in 1939-1940 niet opgenomen in de Antitankgracht, die op zo’n 800 meter ten noordoosten van de schans ligt.
Na de Tweede Wereldoorlog is de schans verkocht aan een particulier. Een deel van de gracht is gedempt en op het domein is een privéwoning gebouwd. In 1980 is de schans en haar directe omgeving geklasseerd als dorpsgezicht. Het schansgebouw zelf is in een goede staat en recent gerestaureerd.
Schans Smoutakker
De schans is gebouwd in baksteen en ongewapend beton tussen 1906 en 1914. Het gebouw staat op een ovalen eiland, met een aarden bedekking en een bebost terrein errond. Het eiland is omringd door een brede gracht.
Op 10 oktober 1914 blies het terugtrekkende Belgische leger de schans op om te vermijden dat het Duitse leger er gebruik van maakte bij zijn opmars naar Antwerpen. Sindsdien is de schans een ruïne, maar de gracht is nog intact.
Vanaf 1939 maakt de noordelijke schansgracht deel uit van de nieuwe Antitankgracht. De schans, de Antitankgracht en zeven schuilplaatsen en bunkers in de onmiddellijke omgeving vormen een ensemble met een duidelijk militair karakter.
In 1958 werd de schans openbaar verkocht aan een particulier. Zijn plannen om er een woning te bouwen werden niet uitgevoerd omdat de Antitankgracht mogelijk een duwvaartkanaal ging worden. Uiteindelijk kon Natuurpunt vzw in 1999 de schans opkopen en opkuisen.
Schans Tallaart
De schans is gebouwd in baksteen en ongewapend beton tussen 1909 en 1912. Het gebouw staat op een ovalen eiland, met een aarden bedekking en een bebost terrein errond.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft het terugtrekkende Belgische leger de schans opgeblazen bij de ontruiming ervan op 2 oktober 1914. Sindsdien is de schans een ruïne.
In de omgeving is er een aantal bunkers van gewapend beton, die deel uitmaken van de antitankhindernis van de KW-linie van Koningshooikt tot Waver, aangelegd in 1939-1940.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft de Belgische overheid de schans verkocht aan een particulier. Een deel van de gracht is sindsdien ook gedempt.
Schans van Landmolen
De schans is gebouwd in 1909-1912. Het fortgebouw is nog aanwezig, maar de gracht is later gedempt.
Nadat de schans gedemilitariseerd is en privébezit geworden, heeft de eigenaar er een woning gebouwd en een bos aangeplant.
Schans van Lauwershoek
De schans is gebouwd in 1909-1912. Het betonnen fortgebouw is nog aanwezig, maar de gracht is later gedempt.
Het intacte traditoregebouw is zeer duidelijk herkenbaar vanuit het omliggende landschap.
Schans van Massenhoven
De schans was gebouwd in ongewapend beton tussen 1909 en 1912. Het gebouw stond op een ovalen eiland, met een aarden bedekking en een bebost terrein errond. Het eiland was omringd door een 15 meter brede gracht. Het oppervlak van de schans bedroeg ruim 2 hectare. De schans lag aan de zuidkant van het Albertkanaal.
In de Eerste Wereldoorlog kwam de schans in actie op 6 oktober 1914 met onderhoudsvuur tegen het Duitse leger. De beschieting en uitschakeling van de forten van Walem en Sint-Katelijne-Waver leidden tot de val van Antwerpen op 10 oktober 1914.
Na de Eerste Wereldoorlog werden nog aanpassingen uitgevoerd, zoals de ventilatie, nooduitgangen en nieuwe bewapening.
In de Tweede Wereldoorlog heeft de schans geen actie gevoerd. Tijdens de Duitse bezetting werd hij gebruikt als opslagplaats. In 1976 is de schans gesloopt om plaats te maken voor een spaarbekken voor drinkwater langs het Albertkanaal.
Schans van Puurs
De betonnen schans is gebouwd in 1909-1912 en is ruim 2 hectare groot. Het gebouw bestaat uit een redoute met centrale ingangspartij en een vooruitgeschoven geschutskoepel. De naar de aanvaller gerichte zijde van de schans is bedekt met aarde.
Het gebouw is gaaf bewaard gebleven, het aardwerk van de omwalling redelijk.
In 1954 heeft de parochie Sint-Pieter van Puurs het domein aangekocht en er een speeltuin van gemaakt.
Schans van Schilde
De schans is gebouwd in baksteen en ongewapend beton tussen 1909 en 1912. Het gebouw staat op een ovalen eiland, met een aarden bedekking en een bebost terrein errond. Het eiland is omringd door een 15 meter brede gracht. Het oppervlak van de schans bedraagt ruim 2 hectare.
In de Eerste Wereldoorlog kwam de schans in actie op 5 oktober 1914 met onderhoudsvuur tegen het Duitse leger. De beschieting en uitschakeling van het fort van Walem en van het fort van Sint-Katelijne-Waver leidde tot de val van Antwerpen op 10 oktober 1914. Op 9 oktober werd de schans verlaten en opgeblazen door het terugtrekkende Belgische leger.
Na de Eerste Wereldoorlog werden nog aanpassingen uitgevoerd, zoals enkele nieuwe bunkers en loopgraven. De belangrijkste wijziging was de aanleg van de Antitankgracht in 1939-1940 en de aansluiting van de schansgracht aan de Antitankgracht.